Dit was de workshop waarop ik had gewacht sinds ik Ron’s bijdrage onder de titel ‘Born to Sing’ aan het boek ‘Curiosity Recaptured’ had gelezen. Ron’s uitnodigende en gevoelige aanpak zette precies de juiste toon voor een workshop die best eens uitdagend kon worden: hij had ons gevraagd om een tekst mee te nemen waaraan we zouden gaan werken! Ik dacht dat ik misschien iets ‘te licht’ zou zijn voor het gezelschap professionele zangers dat ik verwachtte aan te treffen; al snel bleek dat we allemaal alleen maar meer te weten wilden komen over onze eigen stemmen en over de beste manier om daaraan te werken.
Zingen hoorde bij Ron’s opvoeding in Nova Scotia, zowel thuis bij zijn moeder als op school. Hij groeide als zanger dankzij de lessen van verschillende zangleraren, maar toen hij bij Professor Frederick Husler ging studeren voelde dat voor hem alsof hij thuis kwam. In 1979 behaalde hij zijn kwalificatie als Alexander docent. Deze workshop was gebaseerd op een combinatie van Ron’s ervaringen met al deze verschillende trainingen.
De zwevende ondersteuning ( suspensory support ) van de stembanden werd in detail uitgelegd, aan de hand van illustraties uit Husler’s boek: Singing: The Physical Nature of the Vocal Organ.
Ademhaling en stem moeten met elkaar in balans zijn: als de ademhaling slaapt of teveel bezig moet zijn de zuurstofvoorziening van het lichaam kan het stemorgaan niet goed functioneren. Als je voelt hoeveel lucht je hebt ingeademt, dan heb je teveel ingeademt zei Ron. Dat deed mij denken aan de keren dat ik de Techniek op het zwemmen toepaste en me realiseerde hoe verrassend weinig lucht ik eigenlijk nodig had.
Ron leerde ons een eenvoudige manier voor een gefluisterde “Ah”. Mond open, adem uit door de neus, leidt de luchtstroom dan door je mond en voilà: een gefluisterde “Ah”! ( vergeet de glimlach niet ).
Ik heb dit spelen met zuchten al voor mijzelf en in mijn lessen gebruikt: zucht een paar keer op de gewone manier (al snel krimp je in elkaar), zucht dan nog eens en blijf bewust overeind. Dit brengt me in een heel andere psychologische ruimte.
Toen we aan onze songs toekwamen, liet Ron ze ons eerst helemaal zingen en richtte hij daarna de focus op wat er niet werkte. Maar altijd met gefundeerde en constructieve kritiek waar mensen iets mee konden en die voor hun stem direct verschil kon publiek dus, leerde ze dan de kwaliteit van het geluid herkennen en begon daar dan mee te spelen.
Een van de middelen die Ron gebruikte om mensen de richting van hun stem te laten verkennen was het omzetten van het lied in gesproken tekst om zo meer aandacht te krijgen voor het verhaal dat moest worden overgebracht. Dit zorgde meteen voor een authentieke toonzetting en versterkte onze wil om te luisteren. Toen vroeg hij om de klinkers langer te maken. Hij was op zoek naar een gestage luchtstroom, waardoor niet langer sprake was van een serie afzonderlijke noten maar ze naadloos in elkaar over gingen. Elk geluid moet voortkomen uit het geluid daarvoor, doorlopend en daaraan voorafgaand. Zodat noten niet op en neer gaan in de ruimte maar juist onderdeel zijn van een gelijkmatige stroom.
Toen het mijn beurt was, liet Ron me meer contact maken met de aarde en leerde hij me mijn armen te gebruiken. Dit maakte mijn ademhaling krachtiger en zorgde voor verbinding met mijn lumbale ruggegraat waardoor ik een voller en levendiger geluid kreeg. Het werd geweldig om te zingen!
Ieders stem ging technisch vooruit, maar ik was nog meer onder de indruk van de veel betere emotionele verbinding: hun zingen raakte de toehoorder veel meer en kon die zelfs betoveren. Daarom alleen al teken ik graag in voor Ron;’s volgende workshop.
STATnews May 2009 Vol 6 Issue 28
(Society of Teachers of the Alexander Technique, London.)